Participatie en Herstel 4 - 2025

Participatie en Herstel 4 - 2025

Omschrijving

2 Redactioneel
Jaap van Weeghel, Stynke Castelein

5 Outreachend werken. FACT-team LOPP – Antes Rotterdam
Margit van der Meulen, Sonja van Rooijen

14 Meedoen vanaf dag één bij Fier. Maatschappelijke participatie als motor voor herstel in de jeugdzorg
Annemarie van Rijn, Linda Terpstra, Anke van Dijke

25 Een rijker armoedebeleid met ervaringsdeskundigheid. Een reflectie op een bijeenkomst van het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis
Hille Hoogland, Johan Horeman, Jamaa Taharrasst

30 Beeld
Ervaringskennis verbeeld

32 Iemand Erbij. Een crisisaanpak vormgegeven door de mensen onderling
Harro Labrujere

39 Proefschriftenparade 
Increasing work participation for people with work disabilities – towards evidence based welfare-towork services
Esmée Oude Geerdink 

Rediscovering psychiatry beyond disorder, through Open Dialogue

Karin Lorenz-Artz

45 Bijeenkomsten
IPS congres 22 mei 2025 De Eenhoorn, Amersfoort
Gerdie Kienhorst

EAOF-congres 23-26 juni, Kopenhagen 
Chantal Van Audenhove, Bert-Jan Roosenschoon, Hans Kroon

FACT-congres 25 september 2025, Stadsschouwburg De Harmonie, Leeuwarden
Gerdie Kienhorst, Bert-Jan Roosenschoon

58 Rehab

Bijeenkomsten

Bijeenkomsten

IPS congres 22 mei 2025 De Eenhoorn, Amersfoort
Gerdie Kienhorst


EAOF-congres 23-26 juni, Kopenhagen
Chantal Van Audenhove, Bert-Jan Roosenschoon, Hans Kroon


FACT-congres 25 september 2025, Stadsschouwburg De Harmonie, Leeuwarden
Gerdie Kienhorst, Bert-Jan Roosenschoon

Meer info
Gratis
Een rijker armoedebeleid met ervaringsdeskundigheid. Een reflectie op een bijeenkomst van het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis

Een rijker armoedebeleid met ervaringsdeskundigheid. Een reflectie op een bijeenkomst van het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis

Deze bijdrage beschrijft een netwerkbijeenkomst van de kring armoede, die deel uitmaakt van het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis (ANE). Hier ging het gesprek over de zoektocht naar de unieke waarde van ervaringsdeskundigheid bij het verminderen van armoede. De auteurs zijn betrokken bij het netwerk.

Achtergrond
In Amsterdam is een netwerk opgericht voor ervaringsdeskundigen en ‘bondgenoten’, dat streeft naar een gelijkwaardige positie voor ervaringskennis en ervaringsdeskundigen in het sociaal domein. Het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis (ANE) (meer informatie via de QR-code) organiseert colleges, netwerkbijeenkomsten en heeft kringen opgezet rondom verschillende thema’s. Een van de kringen richt zich op het thema armoede. Het netwerk streeft naar ‘een grotere inbreng van ervaringsdeskundigen in uitvoering en beleid’. Maar welke rol kan de ervaringsdeskundige aannemen in de context van een gemeente, het maatschappelijke middenveld of bij burgerinitiatieven? En welke bijdrage kan de ervaringsdeskundige hebben? De kring armoede nam het initiatief om over deze vragen in gesprek te gaan en organiseerde een bijeenkomst over de unieke waarde van ervaringsdeskundigheid in relatie tot het verminderen van armoede. In deze bijdrage refl ecteren wij op dit gesprek. We beschrijven een ervaringsdeskundige als ‘iemand die op basis van persoonlijke en collectieve ervaring in staat is kennis, in welke vorm dan ook, door te geven aan anderen.’

In gesprek over de unieke waarde van ervaringskennis
In de kring armoede van het Amsterdam Netwerk Ervaringsdeskundigheid ging het gesprek over de zoektocht naar de waarde van ervaringen en de deskundigheid die dit oplevert. Het gaat volgens de betrokkenen nadrukkelijk niet om de ‘meerwaarde’ maar om de ‘unieke waarde’ van ervaringskennis. Op de door de kring georganiseerde bijeenkomst met als titel ‘Een rijker armoedebeleid met ervaringsdeskundigheid’ kwamen zo’n 30 mensen bij elkaar, die in hun werk met armoede te maken hebben, of betrokken zijn bij armoede. Dit waren zowel hulpverleners, beleidsmedewerkers en onderzoekers als mensen met ‘doorleefde ervaringen’, de ervaringsdeskundigen. Na een korte inleiding deelden drie gastsprekers hun ervaringen. Wij geven hun verhalen hierna weer.

Schulden en emoties
Het eerste verhaal is van een ervaringsdeskundige die op eigen initiatief een workshop over schulden en emoties is gaan geven in Amsterdam-Zuidoost. Ze constateerde op basis van haar eigen ervaringen, en die van anderen, dat mensen met schulden te weinig steun ondervinden bij het omgaan met de emoties die hierbij een rol spelen. Armoede is een gebrek aan geld, maar niet alleen dat. Armoede geeft stress en wekt diepe emoties op. Dit veroorzaakt blokkades en neemt veel energie en emotionele ruimte in beslag. Het gaat daarbij om het missen, niet zien of niet durven benutten van kansen om te participeren. Dat ligt meestal niet aan de betrokkene zelf, maar aan de samenleving en omstandigheden. Aandacht voor de stress en emoties is belangrijk om ruimte te creëren voor herstel van eigenwaarde en het kunnen meedoen in de samenleving.

Meer info
3,90
Iemand Erbij. Een crisisaanpak vormgegeven door de mensen onderling

Iemand Erbij. Een crisisaanpak vormgegeven door de mensen onderling

Waar gemeenschapszin en onderlinge betrokkenheid traditioneel kenmerkend waren voor het sociale weefsel in de Nederlandse samenleving, is sinds de jaren ‘70 een verschuiving zichtbaar naar een samenleving waarin burgers meer zijn gaan vertrouwen op professionele hulpverleners en instanties. Deze ontwikkeling heeft diepgaande effecten gehad op hoe burgers verantwoordelijkheid nemen voor het welzijn van elkaar en het functioneren van de samenleving als geheel. Deze bijdrage schetst kort deze ontwikkeling en illustreert hoe een initiatief als ‘Iemand Erbij’ van Stichting Kringwijs uit Amsterdam hierin een tegenbeweging vormt door juist te investeren in de kracht van burgerbetrokkenheid.

De professionalisering van zorg en welzijn
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd de Nederlandse verzorgingsstaat opgebouwd met als doel bescherming en ondersteuning te bieden aan burgers die dat nodig hadden. Hans Achterhuis (1979) en Abram de Swaan (1989) beschrijven hoe deze collectieve voorziening tot een verschuiving van zorg in de privésfeer naar zorg door de staat en instanties leidt (‘verstatelijking van de zorg’). Vanaf de jaren tachtig verschoof deze balans nog verder. Onder invloed van individualisering en een groeiend vertrouwen in deskundigheid ontstond er een samenleving waarin men bij problemen steeds vaker een beroep deed op professionals in plaats van op het eigen netwerk. Wetenschappers als Trudy Dehue (2008) benadrukken dat deze ontwikkeling heeft geleid tot een ‘psychologisering’ van het dagelijks leven, waarbij persoonlijke en sociale problemen steeds vaker als medische of psychische problemen worden benaderd.

De opkomst van meldpunten en institutionalisering van problemen
De laatste jaren is ook de opkomst van meldpunten voor uiteenlopende maatschappelijke en sociale kwesties aan de orde. Waar buren, familie, vrienden of een leraar eerder een centrale rol speelden in het signaleren en oplossen van problemen, ontstonden nu kanalen waarin burgers hun zorgen konden melden bij gespecialiseerde instanties. Janssens en collega’s wijzen in een VNG-essay (2021) op de negatieve gevolgen van deze ontwikkeling: ‘dat ze (red., meldpunten) serieuze en minder serieuze problemen buiten de gewone, vanzelfsprekende relaties van inwoners en reguliere professionals plaatsen’. Men hoeft zelf geen verantwoordelijkheid te nemen want daar zijn instanties voor.

Meer info
3,90
Meedoen vanaf dag één bij Fier. Maatschappelijke participatie als motor voor herstel in de jeugdzorg

Meedoen vanaf dag één bij Fier. Maatschappelijke participatie als motor voor herstel in de jeugdzorg

‘Meedoen’ zou dé motor voor herstel moeten zijn in de jeugdzorg. Waar de focus nu nog te vaak ligt bij psychische klachten en probleemgedrag, pleiten de auteurs voor een geïntegreerde aanpak die inzet op een ‘normale’ ontwikkeling van jongeren inclusief het invullen van sociale en maatschappelijke rollen die bij hun leeftijd passen, om te beginnen bij school. Bij Fier (het landelijk expertise- en behandelcentrum op het terrein van geweld en afhankelijkheidsrelaties) brengen zij deze aanpak in de praktijk.

Achtergrond
Over de opleidings- en arbeidspositie van jongeren met een achtergrond in de jeugdzorgrond bestaan weinig harde, landelijke cijfers. Wel laten diverse onderzoeken, monitors en beleidsrapporten een zorgwekkend patroon zien. Deze jongeren verlaten het onderwijs vaak zonder diploma (schooluitval) of met een heel laag opleidingsniveau, wat hun latere maatschappelijke kansen sterk beperkt en te vaak leidt tot financiële kwetsbaarheid en afhankelijkheid. De cijfers verschillen per onderzoek en regio, maar de tendens is consistent:
Geen startkwalificatie of lage opleiding, minder kansen op de arbeidsmarkt Een aanzienlijk deel van de jeugdzorgjongeren behaalt geen startkwalificatie, het minimale opleidingsniveau dat nodig is om duurzaam aan het werk te blijven. Laag opgeleide jongeren stromen zelden door naar het hoger onderwijs. Wie wél doorstroomt, heeft een verhoogde kans op uitval in het eerste studiejaar. Daardoor blijven zij op de opleidingsladder vaak halverwege steken (Inspectie van het Onderwijs, 2023). Jongeren zonder startkwalifi catie hebben aanzienlijk minder kans op vast werk, verdienen minder en hebben een grotere kans op werkloosheid (ministerie OCW, 2017). Werk behouden is is een uitdaging als gevolg van tijdelijke contracten, fysieke belasting en te weinig begeleiding. Daarmee verdwijnt niet alleen financiële zekerheid, maar ook de mogelijkheid om ervaring en zelfvertrouwen op te bouwen.

Financiële kwetsbaarheid en afhankelijkheid
Een deel van deze jongeren belandt, soms al kort na uitstroom, in de bijstand of krijgt schulden. De combinatie van laag opleidingsniveau, instabiele huisvesting en psychische druk vergroot de kans op financiële afhankelijkheid en langdurige ondersteuning (Rekenkamer, 2021). Zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten is niet alleen een onderwijsprobleem maar het begin van een structurele achterstand in werk, inkomen en maatschappelijke participatie. Wie zonder startkwalifi catie de arbeidsmarkt opgaat, heeft nauwelijks kans op duurzaam werk of financiële zelfstandigheid. Toch komt onderwijs in de jeugdzorg zelden op de eerste plaats. Jongeren horen regelmatig: ‘Focus je eerst maar op je problemen.’ Of: ‘Het is niet erg als je een jaartje school mist.’ Maar het missen van een schooljaar verkleint de kans dat jongeren hun opleiding succesvol afronden. Zo vallen ze tussen wal en schip; niet meer op school, nog niet klaar voor de arbeidsmarkt, én met een verhoogde kans om afhankelijk te worden van een uitkering.

Meer info
3,90
Outreachend werken. FACT-team LOPP – Antes Rotterdam

Outreachend werken. FACT-team LOPP – Antes Rotterdam

Uit de praktijk een beschrijving van de werkwijze van het FACT-team LOPP, waarin veel nadruk ligt op outreachend werken met mensen met meerdere complexe problemen die soms ook zorg mijden. Movisie heeft vanuit het project Van vangnet naar bemoeizorg in vijf praktijken meegekeken, waaronder de praktijk van het hier beschreven team. 1 Met als doel om te reflecteren op hun praktijk en zo mogelijk te adviseren of begeleiden bij gewenste veranderingen. Ook zijn deze praktijken beschreven als inspiratie voor gemeenten en andere bemoeizorgpraktijken.

Achtergrond
Het FACT-team LOPP2 van Antes (kortweg FACT LOPP) werkt outreachend voor mensen met multi-problematiek in de stad Rotterdam. Bij deze mensen is er sprake van meerdere complexe problemen en dikwijls mijden ze de zorg. Naast hun psychische problemen zijn ze vaak dakloos, meestal verslaafd, hebben geen of onvoldoende inkomen en geen steunend netwerk. Veel van hen hebben ook een licht verstandelijke beperking en zijn vatbaar voor negatieve beïnvloeding. Het zijn mensen die langdurig steun nodig hebben. Ze komen vaak op onvoorspelbare momenten in beeld bij hulpverleners, omdat ze de neiging hebben om zorg te mijden, al dan niet in combinatie met overlast voor de omgeving. Het is kortom een groep mensen met complexe problemen die allemaal intensieve zorg nodig hebben. Het team FACT LOPP staat juist voor deze mensen klaar. In deze bijdrage beschrijven we aspecten van de werkwijze en de benadering van dit team, en beschrijven we randvoorwaarden en lessen die medewerkers van dit team ook voor andere hulpverleners van belang vinden.

Ontstaan van LOPP
LOPP is in Rotterdam voortgekomen uit het grotestedenbeleid op dakloosheid, psychiatrie en verslaving. LOPP bestaat sinds 2004 en is begonnen als laagdrempelige opvang. LOPP is nog steeds laagdrempelig, maar het is geen opvang meer. Vanwege de naamsbekendheid is besloten om de term LOPP aan te houden. Het LOPP heeft zich verder ontwikkeld tot een Beschermd Wonen-voorziening (BW LOPP) en een FACT team (FACT LOPP). FACT LOPP vormt binnen Antes een cluster met BW LOPP en het CIB (Centrum Intensieve Behandeling). De BW LOPP biedt een woonplek aan 36 cliënten. Het LOPP zorgt voor ambulante behandeling wanneer mensen uitstromen uit de BW LOPP, uit een kliniek of om een andere reden een vorm van ambulante behandeling nodig hebben. Het FACT LOPP werkt voor de hele stad en is er voor alle Rotterdammers met multiproblematiek die intensieve zorg nodig hebben. Het team kan mensen over de wijkgrenzen heen volgen, waar buurtgebonden teams zich aan de postcode houden.

Belangrijke aspecten van de aanpak
Laagdrempeligheid en ‘hands-on’ in benadering en houding 
De laagdrempeligheid is noodzakelijk uitgangspunt van de aanpak, omdat veel van de mensen op wie het team zich richt, uit zichzelf geen hulp zoeken. Daarom gaan de teamleden actief naar mensen toe. Ze hanteren daarbij de presentiebenadering: aansluiten bij de ander en geleidelijk een band proberen op te bouwen. De teamleden van het FACT LOPP sluiten aan bij een directe vraag. Denk bijvoorbeeld aan het bieden van praktische ondersteuning. Heeft iemand een koelkast, kleding of een fiets nodig? Dit regelen zorgt voor vertrouwen. Ook maken de medewerkers het contact persoonlijk, soms door iets van zichzelf te laten zien. Zij stellen geen voorwaarden vooraf en houden vast in het contact. Kenmerkend is de outreachende en assertieve (vasthoudende) manier van hulpverlening. Een sprekend voorbeeld: als iemand met ontslag gaat uit de kliniek of gevangenis staan twee teamleden klaar met de auto om diegene op te vangen.

Meer info
3,90
Participatie en Herstel 4 - 2025 (complete uitgave)

Participatie en Herstel 4 - 2025 (complete uitgave)

2 Redactioneel
Jaap van Weeghel, Stynke Castelein

5 Outreachend werken. FACT-team LOPP – Antes Rotterdam
Margit van der Meulen, Sonja van Rooijen

14 Meedoen vanaf dag één bij Fier. Maatschappelijke participatie als motor voor herstel in de jeugdzorg
Annemarie van Rijn, Linda Terpstra, Anke van Dijke

25 Een rijker armoedebeleid met ervaringsdeskundigheid. Een reflectie op een bijeenkomst van het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis
Hille Hoogland, Johan Horeman, Jamaa Taharrasst

30 Beeld
Ervaringskennis verbeeld

32 Iemand Erbij. Een crisisaanpak vormgegeven door de mensen onderling
Harro Labrujere

39 Proefschriftenparade 
Increasing work participation for people with work disabilities – towards evidence based welfare-towork services
Esmée Oude Geerdink 

Rediscovering psychiatry beyond disorder, through Open Dialogue

Karin Lorenz-Artz

45 Bijeenkomsten
IPS congres 22 mei 2025 De Eenhoorn, Amersfoort
Gerdie Kienhorst

EAOF-congres 23-26 juni, Kopenhagen 
Chantal Van Audenhove, Bert-Jan Roosenschoon, Hans Kroon

FACT-congres 25 september 2025, Stadsschouwburg De Harmonie, Leeuwarden
Gerdie Kienhorst, Bert-Jan Roosenschoon

58 Rehab

Meer info
19,95
Proefschriftenparade

Proefschriftenparade

Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt beschreven is gericht op het verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening aan mensen met een arbeidsbeperking, om zo hun arbeidsparticipatie te vergroten. Het is uitgevoerd vanuit het Amsterdam UMC, in samenwerking met gemeente Amsterdam.1 Promotoren waren prof. dr. J.R. Anema en prof. dr. J. van Weeghel. Dr. M.H. Huijsmans en dr. H. van Kempen traden op als copromotores.

Achtergrond: re-integratiemethoden vergeleken
Vergeleken met de algemene bevolking, zijn mensen die fysieke, psychologische, verstandelijke en/of sociale problemen hebben, vaker werkloos. Omdat het hebben van een (betaalde) baan positieve effecten kan hebben op gezondheid, is het belangrijk dat deze mensen de juiste ondersteuning krijgen bij het vinden en behouden van een baan. In Nederland zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen met een arbeidsbeperking, op basis van de Participatiewet. De nog vrij recente invoering van deze wet betekent dat gemeenten nog altijd op zoek zijn naar de beste dienstverlening om, met beperkte budgetten, hun inwoners zo effectief mogelijk te ondersteunen. In het onderzoek is onderzocht of twee bestaande methoden uit andere contexten passend zijn voor de gemeentelijke ondersteuning van mensen met een arbeidsbeperking. Dit hebben we gedaan door middel van een gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek (RCT). Deelnemers werden op basis van toeval toegewezen aan Individuele Plaatsing en Steun (IPS), de Participatieve Aanpak (PA), IPS én PA of de normale begeleiding van de gemeente.

Individuele Plaatsing en Steun
IPS is een bewezen effectieve methode voor het vergroten van de arbeidsparticipatie van mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen. IPS wordt meer en meer toegepast bij andere doelgroepen. Centraal bij IPS staat het direct starten met het zoeken naar regulier werk, zonder dat training vooraf nodig is. Een ander belangrijk principe van IPS is dat de IPS-coach nauw samenwerkt met de zorgverleners van de werkzoekende.

Job coaches die voor een gemeente werkten zijn opgeleid tot IPS-coach, zodat zij inwoners konden begeleiden volgens de IPS-principes. Het direct starten met betaald werk bleek waardevol en haalbaar, en ook mensen die normaliter eerst een training zouden volgen konden met IPS direct betaald aan het werk. De integratie tussen de IPS-coaches en zorgverleners bleek lastig. Dit kwam onder meer omdat IPS-coaches in dienst waren bij de gemeente in plaats van bij een zorginstelling, zoals gebruikelijk is bij toepassing van IPS in de ggz. Bovendien ontvingen veel inwoners geen zorg, gaven zij geen toestemming om hun zorgverlener te benaderen, of waren zorgverleners huiverig over contact met de job coach in verband met de privacy van diens cliënt.

Meer info
Gratis
Redactioneel

Redactioneel

Dit nummer begint met een verhaal over de werkwijze van een FACT-team in Rotterdam, opgetekend door Margit van der Meulen en Sonja van Rooijen. Het team werkt sterk outreachend met mensen met complexe problemen die soms ook zorg mijden. De medewerkers proberen aan te sluiten bij hun cliënten en geleidelijk een band met hen op te bouwen. Verder ondersteunen zij ook bij praktische vragen, zoals het regelen van een koelkast, kleding of een fiets. Voor cliënten met een forensische achtergrond werkt het team mee in de stevige Levensloopaanpak. Het team viert de veelal kleine successen van en met cliënten, waar soms jarenlange investeringen aan vooraf gaan.

Crisisaanpak door buurtbewoners
Waar in de hiervoor beschreven bijdrage een team van professionals verantwoordelijk is voor de outreachende zorg, beschrijft Harro Labrujere verderop in het nummer hoe gewone burgers in crisis geraakte buurtgenoten kunnen ondersteunen. Hij analyseert hoe in onze samenleving het toenemende vertrouwen in professionals leidde tot een afnemend gevoel van verantwoordelijkheid onder burgers. Stichting Kringwijs biedt een alternatief: Iemand Erbij. Door buurtbewoners op te leiden en te verbinden, ontstaat er een netwerk van onderlinge zorg dat leed voorkomt en bijdraagt aan het herstel van vertrouwen binnen de samenleving. De werkwijze is ontwikkeld met ervaringsdeskundigen, familieleden van mensen met crisiservaring, buurtbewoners en professionals en is gericht op presentie en het voorkomen van escalatie. Buurtbewoners krijgen een training en worden vervolgens onderdeel van een netwerk waarin zij ervaringen uitwisselen en elkaar bijstaan. Inmiddels zijn getrainde buurtbewoners betrokken geweest bij honderden crisissituaties. In alle gevallen werd escalatie voorkomen.

Gemeenschap en maatschappij
In de woorden van de socioloog Ferdinand Tönnies probeert Stichting Kringwijs om verloren gegane vormen van Gemeinschaft (een samenleving gebaseerd op affectieve bindingen en saamhorigheid) nieuw leven in te blazen binnen het geheel van onze Gesellschaft (de maatschappij gebaseerd op formele arrangementen en economische betrekkingen).1 En hoewel ze deels verschillende groepen mensen in nood ondersteunen, rijst de vraag hoe de informele praktijk van Iemand Erbij zich verhoudt tot die van het eerder beschreven professionele FACT-team. Vullen ze elkaar aan of zijn ze tegengesteld? Zitten ze elkaar in de weg of zijn ze juist elkaars voorwaarden? Wat kunnen ze leren van elkaar? Zijn ervaringsdeskundigen de verbindende schakel tussen beide? Dit zijn actuele vragen nu het denken in termen van netwerkzorg en ecosystemen in de ggz zo sterk in opkomst is.

Armoede en ervaringsdeskundigheid
Als een nagalm van ons recente themanummer gaan Hille Hoogland, Johan Horeman en Jamaa Taharrasst op zoek naar de unieke waarde van ervaringsdeskundigheid bij het verminderen van armoede, als reflectie op een bijeenkomst georganiseerd door de kring Armoede van het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis.
 
Meedoen als ‘herstelmotor’
In de jeugdzorg staat onderwijs zelden voorop, omdat de aanpak sterk op mentale klachten en pain-based behaviour gericht is. Veel cliënten halen geen startkwalificatie en belanden na uitstroom in de bijstand. Daarom pleiten Annemarie van Rijn, Linda Terpstra en Anke van Dijke voor een veel meer geïntegreerde werkwijze die inzet op een ‘normale’ ontwikkeling van jongeren. Daarin gaat het meer over leren en ontwikkelen, en dus ook over diploma’s en certifi caten behalen. Fier (landelijk expertise- en behandelcentrum op het terrein van geweld en afhankelijkheidsrelaties) verweeft onderwijs en leerwerktrajecten met traumabehandeling om jongeren toekomstperspectief te bieden. Deze op de positieve effecten van participatie gebaseerde aanpak heeft bijval gekregen in een recent Interdepartementaal Beleid Onderzoek (IBO) over mentale gezondheid en ggz.2 Helaas biedt de financiering van de jeugdzorg hiervoor nog nauwelijks ruimte.

Meer info
Gratis
Rehab

Rehab

Agenda & Nieuws

Meer info
Gratis