Dit nummer begint met een verhaal over de werkwijze van een FACT-team in Rotterdam, opgetekend door Margit van der Meulen en Sonja van Rooijen. Het team werkt sterk outreachend met mensen met complexe problemen die soms ook zorg mijden. De medewerkers proberen aan te sluiten bij hun cliënten en geleidelijk een band met hen op te bouwen. Verder ondersteunen zij ook bij praktische vragen, zoals het regelen van een koelkast, kleding of een fiets. Voor cliënten met een forensische achtergrond werkt het team mee in de stevige Levensloopaanpak. Het team viert de veelal kleine successen van en met cliënten, waar soms jarenlange investeringen aan vooraf gaan.
Crisisaanpak door buurtbewoners
Waar in de hiervoor beschreven bijdrage een team van professionals verantwoordelijk is voor de outreachende zorg, beschrijft Harro Labrujere verderop in het nummer hoe gewone burgers in crisis geraakte buurtgenoten kunnen ondersteunen. Hij analyseert hoe in onze samenleving het toenemende vertrouwen in professionals leidde tot een afnemend gevoel van verantwoordelijkheid onder burgers. Stichting Kringwijs biedt een alternatief: Iemand Erbij. Door buurtbewoners op te leiden en te verbinden, ontstaat er een netwerk van onderlinge zorg dat leed voorkomt en bijdraagt aan het herstel van vertrouwen binnen de samenleving. De werkwijze is ontwikkeld met ervaringsdeskundigen, familieleden van mensen met crisiservaring, buurtbewoners en professionals en is gericht op presentie en het voorkomen van escalatie. Buurtbewoners krijgen een training en worden vervolgens onderdeel van een netwerk waarin zij ervaringen uitwisselen en elkaar bijstaan. Inmiddels zijn getrainde buurtbewoners betrokken geweest bij honderden crisissituaties. In alle gevallen werd escalatie voorkomen.
Gemeenschap en maatschappij
In de woorden van de socioloog Ferdinand Tönnies probeert Stichting Kringwijs om verloren gegane vormen van Gemeinschaft (een samenleving gebaseerd op affectieve bindingen en saamhorigheid) nieuw leven in te blazen binnen het geheel van onze Gesellschaft (de maatschappij gebaseerd op formele arrangementen en economische betrekkingen).1 En hoewel ze deels verschillende groepen mensen in nood ondersteunen, rijst de vraag hoe de informele praktijk van Iemand Erbij zich verhoudt tot die van het eerder beschreven professionele FACT-team. Vullen ze elkaar aan of zijn ze tegengesteld? Zitten ze elkaar in de weg of zijn ze juist elkaars voorwaarden? Wat kunnen ze leren van elkaar? Zijn ervaringsdeskundigen de verbindende schakel tussen beide? Dit zijn actuele vragen nu het denken in termen van netwerkzorg en ecosystemen in de ggz zo sterk in opkomst is.
Armoede en ervaringsdeskundigheid
Als een nagalm van ons recente themanummer gaan Hille Hoogland, Johan Horeman en Jamaa Taharrasst op zoek naar de unieke waarde van ervaringsdeskundigheid bij het verminderen van armoede, als reflectie op een bijeenkomst georganiseerd door de kring Armoede van het Amsterdams Netwerk Ervaringskennis.
Meedoen als ‘herstelmotor’
In de jeugdzorg staat onderwijs zelden voorop, omdat de aanpak sterk op mentale klachten en pain-based behaviour gericht is. Veel cliënten halen geen startkwalificatie en belanden na uitstroom in de bijstand. Daarom pleiten Annemarie van Rijn, Linda Terpstra en Anke van Dijke voor een veel meer geïntegreerde werkwijze die inzet op een ‘normale’ ontwikkeling van jongeren. Daarin gaat het meer over leren en ontwikkelen, en dus ook over diploma’s en certifi caten behalen. Fier (landelijk expertise- en behandelcentrum op het terrein van geweld en afhankelijkheidsrelaties) verweeft onderwijs en leerwerktrajecten met traumabehandeling om jongeren toekomstperspectief te bieden. Deze op de positieve effecten van participatie gebaseerde aanpak heeft bijval gekregen in een recent Interdepartementaal Beleid Onderzoek (IBO) over mentale gezondheid en ggz.2 Helaas biedt de financiering van de jeugdzorg hiervoor nog nauwelijks ruimte.