Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) lopen een verhoogd risico op schulden. Zelfstandig omgaan met geld, het begrijpen van toeslagen of reageren op incassobrieven is voor hen vaak te ingewikkeld. Tegelijkertijd verwacht de overheid steeds meer redzaamheid. Deze bijdrage gaat in op wat een LVB is, hoe groot de groep mensen is met een LVB, welke signalen kunnen wijzen op een LVB, het financiële gedrag van deze groep en op wat professionals concreet kunnen doen om mensen met een LVB beter te begeleiden.
Achtergrond: LVB en maatschappelijke kwetsbaarheid
De meest actuele en gangbare defi nitie van LVB beschrijft drie criteria (Landelijk Kenniscentrum LVB, 2024): (1) iemand heeft een meetbare IQ-score tussen de 50- 70 óf een IQ-score tussen de 50-85 met ernstige bijpassende aanpassingsproblematiek; (2) er is sprake van verminderd adaptief functioneren in conceptuele, sociale en praktische zin; en (3) de beperkingen in het functioneren komen tot uiting voor het 22e levensjaar. Mensen met een LVB zijn beperkt in hun vermogen om mee te komen in de maatschappij, zeker wanneer er veel van hun administratieve en sociale vaardigheden gevraagd wordt. Dit vergroot hun kwetsbaarheid voor schuldenproblematiek aanzienlijk (Van Dam et al., 2018b).
Veranderende samenleving vraagt veel van mensen met een LVB
Een extra uitdaging vormt de snel veranderende samenleving. Vanwege digitalisering en decentralisatie moeten mensen steeds meer zelf regelen, vaak via digitale systemen. Denk aan het aanvragen van huur- en zorgtoeslag, het indienen van de belastingaangifte of het beheren van bankzaken. Voor mensen met een LVB zijn dit grote uitdagingen. Zij hebben vaak moeite met lezen en schrijven, en missen de digitale vaardigheden om zelfstandig te navigeren in de digitale wereld. Tegelijkertijd wordt er vanuit beleid en regelgeving een steeds grotere mate van (zelf) redzaamheid verwacht. In de ‘participatiesamenleving’ wordt verwacht dat burgers eerst hun eigen netwerk inschakelen en pas als laatste redmiddel een beroep doen op professionals. Voor mensen met een LVB betekent dit vaak dat zij tussen wal en schip vallen (Van Dam et al., 2018b).
Relatie LVB, armoede en schulden
Naar schatting hebben ongeveer 1,1 miljoen mensen in Nederland een LVB (Landelijk Kenniscentrum LVB, 2024). We weten uit onderzoek dat mensen met een LVB veelal financieel slechter af zijn dan mensen zonder een LVB (Moonen, 2017; Jungmann et al., 2018), maar er is weinig bekend over de omvang van armoede en schulden bij mensen met een LVB, of over het aandeel van mensen met een LVB binnen de groep mensen in schulden en/of armoede. Gelet op de landelijke cijfers van de prevalentie van LVB dan is een gefundeerde aanname dat er bij ongeveer 3 op de 20 cliënten in de schuldhulpverlening sprake is van een LVB (Van Dam et al., 2018b). Wanneer we het extra risico op schulden van deze groep meeneemt, dan is er mogelijk sprake van een oververtegenwoordiging van deze groep in de caseload van bewindvoerders en schuldhulpverleners. De schatting is dat minimaal een kwart van hun cliëntgroep een LVB heeft (Van Dam et al., 2018b).