Sozio 2 2025

Sozio 2 2025

2025

Omschrijving

  • Inclusieve taal is (taal) voor iedereen
  • Zelfredzaamheid in ouderenzorg
  • Woorden schieten te kort
  • Nabij is niet genoeg
  • Samen zoeken naar echte oplossingen
  • Interview met Erik Gerritsen
  • Een gemeente met een sterke sociale basis én specialistische zorg
  • Anders thuis: Gezinshuizen in een veerkrachtig sociaal domein
  • Stop het stapelen
  • De sociaal werker als teamcaptain in het sociaal domein
  • Vooruit spelen: Waarom de sociale basis het hoofdveld is
  • Jeugdondersteuning op kindcentra in Hollands Kroon
  • Collectieve weerbaarheid is hét antwoord op grensoverschrijdend gedrag
  • Samen sterker: Hoe sociaal werk in Bunschoten aan de basis staat van integrale schuldhulp
  • ‘Aanklooien’ maar wel evidenced based
  • Samenstaande minderjarige vreemdelingen
  • ‘De Generalist’ als sleutelfiguur in het sociaal domein 
  • Sluitende aanpak voor mensen met multiproblematiek
  • Associate degree Sociaal Werk in de gehandicaptenzorg
  • Relationele zorg: Waarom de ouder-kindband ook na uithuisplaatsing aandacht vraagt
  • De kracht van gemeenschapszin in Elburg: Samen leven, samen doen 
  • De gastvrije praktijk (tweeluik deel 2)
  • Praatplaat Jij en ik
Associate degree Sociaal Werk in de gehandicaptenzorg

Associate degree Sociaal Werk in de gehandicaptenzorg

Een opleiding die op verzoek van de praktijk is ontstaan. Gericht op de gehandicaptenzorg. De nieuwe Associate degree Sociaal Werk van Hogeschool Inholland leidt professionals op tot hbo-5’ers die complexe situaties aankunnen en sterker staan in hun rol. Een gesprek met coördinator Stella Wielaart en praktijkopleider Yvonne Limmen van de Hartekamp Groep. ‘We willen mensen met hart voor de zorg én kennis van zaken’.

We zien steeds vaker cliënten met een verstandelijke beperking én bijkomende problematiek, zoals autisme of verslaving’, zegt Yvonne Limmen van de Hartekamp Groep. De zorg is ‘veelkleuriger’ geworden en dat vraagt veel van de ruim 1.800 medewerkers binnen de organisatie. Als praktijkopleider is ze voortdurend bezig met leren en ontwikkelen binnen de zorg. ‘Als onze medewerkers meer willen weten over een specifiek onderwerp, kunnen zij bij ons terecht. Ik kijk dan samen met hen welke training of opleiding geschikt zou zijn. We zijn de schakel tussen praktijk en onderwijs.’ W Dat werkt twee kanten op, zegt ze. ‘We geven regelmatig gastlessen bij Inholland en ik neem dan vaak een cliënt mee die zelf zijn of haar verhaal voor de klas doet. Dat maakt indruk. Studenten hebben soms een heel verkeerd beeld van het werken in de gehandicaptenzorg. Alsof het alleen maar mensen met het syndroom van Down zijn, maar dat is allang niet meer de realiteit.’ De Hartekamp Groep was de afgelopen jaren als grote werkgever nauw betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe Associate Degree Sociaal Werk in de Gehandicaptenzorg van InHolland. ‘De opleiding is echt ontstaan
vanuit vragen uit het werkveld’, vult opleidingscoördinator en docent Stella Wielaart aan. ‘De opleiding Sociaal Werk is heel breed en gaat over veel sectoren binnen het sociaal werk: van verslaving en psychiatrie tot jeugdzorg. Met deze Ad zetten we de gehandicaptenzorg in de spotlights.’

‘Met deze opleiding zetten we de gehandicaptenzorg in de spotlights’
Yvonne Limmen nam namens de Hartekamp Groep drie jaar geleden deel aan de eerste ontwerpsessies en ontwikkeldagen, waarbij werkgevers onder wie ook de Prinsenstichting en ‘s Heerenloo meedachten over de inhoud van de nieuwe tweejarige opleiding op hbo 5-niveau. ‘Kennis over mensen met een beperking stond voor ons voorop. We willen mensen met hbodenk- en werkniveau, mét zorginhoudelijke kennis. Die combinatie. Het gaat hier binnen de Hartekamp Groep allang niet meer alleen over verstandelijke beperkingen, maar ook over bijvoorbeeld verslaving, dementie of autisme, met bijbehorende gedragsproblematiek.’

Meer info
3,90
Collectieve weerbaarheid is hét antwoord op grensoverschrijdend gedrag

Collectieve weerbaarheid is hét antwoord op grensoverschrijdend gedrag

Grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer raakt mensen diep, vooral wanneer de omgeving wegkijkt. In plaats van individuele weerbaarheid te benadrukken, is het tijd om collectieve weerbaarheid centraal te stellen. Zeker in het sociaal domein – waar professionals midden in de samenleving werken en vaak kwetsbare situaties begeleiden – is een veilige werkcultuur essentieel. Investeren in collectieve weerbaarheid is daarmee niet alleen een reactie, maar vooral ook een preventieve beweging naar voren. Volgens Saskia Daru van Movisie moeten omstanders en collega’s op de werkvloer leren het voor slachtoffers op te nemen. Ze pleit ervoor om te investeren in collectieve weerbaarheid.
In een EenVandaag-reportage1 kwam onlangs een jonge vrouw aan het woord over ongewenste aanrakingen tijdens haar het werk in de horeca. Ze zei: ‘Ik zag het destijds vooral als iets waar je maar gewoon aan moet wennen. Je wordt er hard van, dacht ik. Je moet een beetje weerbaar zijn.’ Haar uitspraak raakte me. Het is al lang bekend dat grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer veel kwalijke gevolgen heeft. 
Uit onderzoek van de vakbond FNV2 blijkt dat grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer kan leiden tot stress, minder goed functioneren, ziekmelden, geen contractverlenging krijgen en ander werk zoeken. Van de werknemers meldt 40% zich ziek na grensoverschrijdend gedrag, wanneer die zich niet gesteund voelen. Wanneer de werknemer zich wel gesteund voelt, is dat 15%.

Sociale sector
Ook sociaal professionals krijgen regelmatig met grensoverschrijdend gedrag te maken, zo blijkt uit de recente Grote Raadpleging van het Sociaal Werk.3 Eerdere verkenningen lieten zien dat het daarbij gaat om discriminatie van bewoners en cliënten, maar ook van collega’s. Uit cijfers van het CBS, waarin geen onderscheid gemaakt wordt tussen zorg en welzijn, blijkt dat in de sector ‘zorg’ grensoverschrijdend gedrag relatief veel voor komt4. In 2023 gaf 30% van de werknemers aan in de laatste twaalf maanden grensoverschrijdend gedrag meegemaakt te hebben. 

Meer info
3,90
De sociaal werker als teamcaptain in het sociaal domein

De sociaal werker als teamcaptain in het sociaal domein

In het beroepsprofiel1 van de sociaal werker is ‘interprofessioneel samenwerken’ een van de kernbekwaamheden, waarbij het ‘regie kunnen voeren’ in de samenwerking belangrijk is. Maar interprofessioneel samenwerken veronderstelt ook dat sociaal werkers een heldere beroepsidentiteit hebben en weten wat hun toegevoegde deskundigheid is naast de andere professies. Sociaal werkers bevorderen sociaal functioneren. In deze bijdrage laten we aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden zien hoe sociaal werkers een sleutelrol vervullen in het samenspel tussen professionals. Niet als trainer aan de zijlijn, maar als teamcaptain ín het veld: iemand die het overzicht houdt, het spel leest en collega’s in positie brengt. Hij hoeft niet zelf te scoren, maar zorgt dat het team als geheel effectieve speelt.
In het dagelijks leven lopen mensen soms tegen problemen aan waarbij een eenvoudige interventie van een hulpverlener voldoende is. Een gebroken been kun je in het gips zetten en voor een belastingaanslag die je niet kunt betalen kun je een regeling of soms kwijtschelding aanvragen. Maar het wordt al moeilijker als iemand voor de derde keer in korte tijd iets heeft gebroken of vertelt elke maand te kort te komen. Sociaal werkers in wijkteams zien ook een sterke toename van meervoudige problematiek. Vaak komt een sociaal werker erachter dat er meer vragen spelen dan alleen die vraag waarmee de persoon binnenkwam bij bijvoorbeeld de huisarts, een praktijkondersteuner, een vrijwilliger, een gemeenteloket of een school. 
We kunnen de grens van het team van de sociaal werker trekken bij diens directe collega’s in zijn of haar organisatie, maar de problemen van cliënten beperken zich zelden tot die grenzen. De sociaal werker heeft andere betrokkenen nodig om zijn werk goed te kunnen doen en visa versa. Dat laat zich het best illustreren aan de hand van een praktijkvoorbeeld dat ook laat zien hoe belangrijk het is dat er meer ontschotting van het sociaal domein en het zorgdomein tot stand komt. Een recente publicatie van Toezicht Sociaal Domein pleit ook voor verbetering van de samenwerking in het sociaal domein.
In Utrecht is er bij Buurtteam Oost elke zes weken een ggz-casuïstiekoverleg. Het is rond lunchtijd als op een dinsdagmiddag een groep professionals samenkomt bij Buurtteam Oost. Het is een divers gezelschap van hulpverleners uit de wijk. Aan tafel zitten onder meer een huisarts, een praktijkondersteuner, een sociaal werker als ggzagoog, een sociaal psychiatrisch verpleegkundige, een ambassadeur van de informele zorg en een sociaal werker van het wijkteam Ze komen bijeen om casuïstiek te bespreken op het gebied van geestelijke gezondheidszorg. Nadat de deelnemers de gelegenheid hebben gehad om informatie uit te wisselen over actuele ontwikkelingen, wordt er gevraagd wie er een casus wil inbrengen. De inbreng is altijd anoniem, conform de beroepscodes3 worden geen persoonlijke gegevens uitgewisseld. De huisarts wil graag wat inbrengen over een patiënt waar ze in de praktijk niet goed raad mee weet.

Meer info
3,90
Een gemeente met een sterke sociale basis én specialistische zorg

Een gemeente met een sterke sociale basis én specialistische zorg

Transformatie Jeugdhulp in Hendig gelukt
Vanaf 2018 bouwt de gemeente Peel en Maas samen met netwerkpartners gestaag aan een alternatief systeem in de jeugdhulp. Sinds 2024 is Hendig in Peel en Maas een volwaardig en evenwaardig alternatief naast de regionale inkoop in jeugdhulp in Limburg Noord. Hendig staat voor betere en simpelere samenwerking, zonder organisatieschotten tussen hulp- en zorgverleners, gemeente en andere netwerkpartners.

In Hendig krijgen inwoners/gezinnen passende en integrale hulp. Daarin staan de vraag, mogelijkheden en het verhaal van de inwoners en hun naasten centraal. Vanuit die bedoeling werken vakmensen van de toegang, basisdiensten en hulpverlening met elkaar in Hendig. Experts vanuit beleid, management, proces, bedrijfsvoering en bestuur faciliteren de samenwerking tussen deze vakmensen, zodat de hulp voor de inwoner goed en simpel geregeld wordt met minimale (administratieve) rompslomp. De gemeente Peel en Maas en netwerkpartners zijn in Hendig gezamenlijk verantwoordelijk voor de kaders en de inzet van hulp en het budget. Daarin zijn onderling vertrouwen, volledige transparantie en relatiemanagement belangrijke ingrediënten om te komen tot mede-eigenaarschap. 
Daardoor is de transformatie in Hendig Jeugd gelukt. Hendig zorgt voor blije mensen. Aanvullende analyse in expertisetent sterkt gezinnen in het voeren van mederegie Een belangrijk onderdeel van de werkwijze in Hendig zijn de casusbesprekingen in de zogeheten ‘expertisetent’. Het gezin bespreekt samen met de gezins-coach hun hulpvraag met vakmensen die vanuit verschillende expertises met hun meedenken. Het gezin en de gezinscoach krijgen vanuit die aanvullende analyse een advies van de vakmensen. In geval van mogelijke wachtlijsten denken de vakmensen mee in wat er in de tussentijd wel kan. Met dat advies kunnen ze zoeken naar een match met een hulpverlener die passende hulp gaat verlenen. Zodra de match gemaakt is, kan de hulp starten.

Meer info
3,90
Inclusieve taal is (taal) voor iedereen

Inclusieve taal is (taal) voor iedereen

De taal die we gebruiken en hoe we met anderen communiceren heeft gevolgen en impact. Taal moet daarom toegankelijk en begrijpelijk zijn voor iedereen. Daarbij gaat het ook om welke (groepen) mensen zichzelf herkennen of zich aangesproken voelen. Inclusief taalgebruik is belangrijk om (onbedoelde) uitsluiting te voorkomen en ervoor te zorgen dat je iedereen die je wilt bereiken ook bereikt. In dit artikel lichten we een aantal concrete tips uit om zelf inclusieve taal te gebruiken.

Toegankelijke taal
In Nederland hebben ongeveer 2,5 miljoen mensen moeite met basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen. Dit gaat vaak gepaard met beperkte digitale vaardigheden. Dat zorgt voor uitdagingen in het dagelijks leven, zoals communiceren met instanties, rekeningen betalen en het vinden van passend werk. Er zijn verschillende manieren om deze groep te bereiken1 en te helpen, bijvoorbeeld via taalcursussen of door hulp te bieden bij het invullen van formulieren.
Een belangrijke eerste stap is het toegankelijker maken van bijvoorbeeld overheidsteksten. Deze bevatten vaak moeilijke termen die niet iedereen begrijpt. Terwijl er onder inwoners juist behoefte is aan duidelijke communicatie en veel (groepen) inwoners zich niet gehoord of betrokken voelen bij beleid. Ook toegankelijke communicatie van sociaal professionals is belangrijk. Dat kan door alle communicatie in begrijpelijk Nederlands te schrijven. Ook door het toevoegen van afbeeldingen zodat communicatie niet alleen talig is. Het is daarnaast belangrijk om begrippen goed uit te leggen en om geen moeilijke woorden en vaktermen te gebruiken. Door makkelijker te communiceren kunnen organisaties en professionals mensen met beperkte basisvaardigheden beter bereiken en dit kan positief bijdragen aan meer vertrouwen tussen inwoners en professionals. Zo wordt taal toegankelijk én inclusief.

Meer info
3,90
Interview met Erik Gerritsen

Interview met Erik Gerritsen

‘Niet de visie ontbreekt, maar de actie. Als je duizend keer het goede doet, verander je het systeem vanzelf.’

"Niet de visie ontbreekt, maar de actie. Als je duizend keer het goede doet, verander je het systeem vanzelf.” Het is een zin die blijft hangen na een intens en gloedvol gesprek met Erik Gerritsen – voormalig secretarisgeneraal van VWS, voormalig bestuurder in de jeugdzorg, en sinds 2021 voorzitter van woningcorporatie Ymere. In deze bijdrage aan de Sozio-special blikt hij terug én vooruit: met een scherpe analyse, concrete praktijkvoorbeelden én een niet mis te verstane oproep om het systeem te kantelen. Niet top-down, niet via beleidsstukken, maar van binnenuit – met moed, samenwerking en praktijkgericht leiderschap.

De frustratie van het gelijk hebben: het kanwél
Gerritsen spreekt uit ervaring. Hij was nauw betrokken bij de fundamentele herinrichting van de jeugdbescherming in Amsterdam, waar men aantoonbaar wist te realiseren wat velen voor onmogelijk hielden: minder uithuisplaatsingen, minder ondertoezichtstellingen, en miljoenen aan besparingen – financieel én emotioneel. De kern van dat succes? Een aanpak die draait om generiek gezinsgericht werken, investeren in professionals, ruimte voor maatwerk en het overwinnen van systeembeperkingen. ‘De resultaten zijn bekend, de studies zijn gedaan, de werkzame principes liggen op tafel. Maar het lukt ons nog steeds niet om dat het nieuwe normaal te maken.’

De kracht en kwetsbaarheid van goede voorbeelden
Wat werkt, blijkt steeds opnieuw te stuiten op ‘oerkrachten’ in het systeem: verkokerde financiering, bestuurlijke angst, beleidsmatige inertie en gebrek aan gezamenlijke leeromgevingen. ‘Als het lukt, komt dat vaak doordat er toevallig op dat moment een paar mensen zijn die het snappen, durven en doen. Maar zodra zij wegvallen, neemt het systeem het weer over. Daarom pleit Gerritsen niet voor een groots plan van bovenaf, maar voor duizend kleine doorbraken. Duizend keer het goede doen, in pilots, in wijken, in teams – net zolang tot het systeem niet meer terug kan.

Meer info
3,90
Jeugdondersteuning op kindcentra in Hollands Kroon: Samen bouwen aan een stevige pedagogische basis

Jeugdondersteuning op kindcentra in Hollands Kroon: Samen bouwen aan een stevige pedagogische basis

In de gemeente Hollands Kroon is een nieuwe beweging gestart: jeugdondersteuners en jongerenwerkers krijgen een vaste plek in kindcentra. Daarmee wordt invulling gegeven aan een belangrijke ambitie uit de Hervormingsagenda Jeugd (2023-2028)1: toegankelijkheid, nabijheid en normalisering. Wat begon met zorgen over dalend welbevinden, haperende samenwerking en een te grote druk op het onderwijs, ontwikkelt zich nu tot een veelbelovende aanpak voor vroegsignalering, preventie en versterking van de pedagogische basis. Wat kunnen andere gemeenten hiervan leren? Rianne Remmerswaal, gemeentelijk beleidsadviseur onderwijs en zorg, vertelt waarom deze beweging zo belangrijk is.

Alle kinderen verdienen gelijke kansen
Maar hoe bieden we elk kind een goede start? In Leeuwarden hebben we gezien dat het inzetten van jeugdondersteuners in kindcentra succesvol bijdraagt aan de ontwikkeling en het welzijn van kinderen. Kinderen ontwikkelen zich het beste als zij lekker in hun vel zitten, zichzelf kunnen zijn en gezond en veilig kunnen opgroeien in een kansrijke omgeving. Samen bundelen we de krachten om elk kind de beste start te geven. Wethouder Sociaal Domein Mary van Gent zegt hierover: ‘Een veilige en gezonde basis is de voorwaarde voor een goede start en een mooie toekomst voor ieder kind. Hoe sterker die basis, hoe beter vragen en problemen die bij opgroeien horen in het dagelijks leven van een kind kunnen worden opgepakt. Daarom ben ik heel blij met de installatie van de jeugdondersteuners en jongerenwerkers in Hollands Kroon!’

Een kind is nooit los te zien van het geheel
Kinderen ontwikkelen zich het best in een stevige, veilige omgeving waarin opvoeders, onderwijs en ondersteuning elkaar vinden. In Hollands Kroon is daarom gekozen voor een integrale aanpak waarbij jeugdondersteuners en jongerenwerkers zichtbaar aanwezig zijn in kindcentra. Zij bouwen een vertrouwensband op met kinderen én ouders, signaleren vroegtijdig problemen en werken samen met leerkrachten, GGD en kinderopvang. Door de krachten te bundelen en een preventieve, laagdrempelige en op maat gemaakte aanpak te hanteren, kan de omgeving van een kind zó worden ingericht dat het welzijn en het gedrag op een positieve manier wordt beïnvloed.

Meer info
3,90
Sluitende aanpak voor mensen met multiproblematiek

Sluitende aanpak voor mensen met multiproblematiek

Landelijk wordt de interventie Wijk GGD zeer verschillend gepositioneerd waardoor het lastig is vast te stellen of de interventie noodzakelijk is voor een sluitende aanpak. Een stappenplan kan gemeenten helpen met keuzes maken in eventuele uitbreiding van hun aanbod. 

Uit onderzoek blijkt dat het gemeenten niet lukt om alle mensen die ondersteuning nodig hebben, tijdig te bereiken. Mensen worden geconfronteerd met ingewikkelde aanvraagprocedures en worden regelmatig van de ene instantie naar de andere doorverwezen. Ze worden onvoldoende betrokken bij het zorgdragen voor een sluitende aanpak, en ook hun naasten worden onvoldoende betrokken waardoor essentiële informatie voor een goede oplossing gemist wordt1. Dit kan er zelfs toe leiden dat door de gekozen oplossingen problemen verergeren.
Mensen met multiproblematiek hebben hulp nodig om volwaardig aan de maatschappij te kunnen deelnemen. De meerderheid van de mensen in kwetsbare omstandigheden voert zijn strijd in stilte, terwijl een klein deel zichtbaar overlast veroorzaakt2. Vanwege het individuele leed, leed aan naasten en het leed dat zorgwekkend gedrag brengt aan de samenleving is het noodzakelijk om het huidige zorg- en veiligheidssysteem te analyseren en optimaliseren zodat meervoudige stress die kan uitmonden in zorgwekkend gedrag en/of escalatie voorkomen wordt.

Interventie Wijk GGD
Diverse gemeenten zetten de interventie Wijk GGD in om een sluitende aanpak te bereiken in de ondersteuning en zorg voor mensen met multiproblematiek. De interventie Wijk GGD is in 1992 in de gemeente Amsterdam ontstaan. Wijk-GGD’ers zijn professionals die op mensen met zorgwekkend gedrag afgaan om vroegtijdig in te grijpen en escalaties te voorkomen. De wijk-GGD’er (of wijk-GGZ’er, zorgverbinder of wijkfunctionaris) werkt als verbindingsofficier in het netwerk van veiligheid en zorg3. Hij beoordeelt ter plekke de situatie en bepaalt en organiseert samen met (zorg)ketenpartners de benodigde aanpak en zorg. Dit voorkomt onnodige politie-inzet en verdere traumatisering bij de betrokkene.
Om te weten of de Wijk-GGD dé interventie is die ontbreekt in de huidige aanpak is het belangrijk dat per gemeente wordt gekeken wie op dit moment op mensen met zorgwekkend gedrag afgaan om vroegtijdig te signaleren, in te kunnen grijpen en/of escalaties te kunnen voorkomen. Het landelijke onderzoeksrapport over de Wijk GGD geeft namelijk aan dat vooral de samenwerking met een sociaal wijkteam, bemoeizorg, Veilig Thuis en het Meldpunt Zorgwekkend Gedrag van belang is. De taken van deze organisaties en van de Wijk-GGD’er lijken op elkaar en er is soms sprake van een overlap (Aarsen et al., 2022). Diverse gemeenten worstelen met de vraag waar nu precies de grens ligt en waar ieders verantwoordelijkheid ligt, zodat iedereen weet wie wat doet.

Meer info
3,90
Sozio 2 2025 - Jij en ik - Samen werken aan een sterk Sociaal Domein (complete editie)

Sozio 2 2025 - Jij en ik - Samen werken aan een sterk Sociaal Domein (complete editie)

  • Inclusieve taal is (taal) voor iedereen
  • Zelfredzaamheid in ouderenzorg
  • Woorden schieten te kort
  • Nabij is niet genoeg
  • Samen zoeken naar echte oplossingen
  • Interview met Erik Gerritsen
  • Een gemeente met een sterke sociale basis én specialistische zorg
  • Anders thuis: Gezinshuizen in een veerkrachtig sociaal domein
  • Stop het stapelen
  • De sociaal werker als teamcaptain in het sociaal domein
  • Vooruit spelen: Waarom de sociale basis het hoofdveld is
  • Jeugdondersteuning op kindcentra in Hollands Kroon
  • Collectieve weerbaarheid is hét antwoord op grensoverschrijdend gedrag
  • Samen sterker: Hoe sociaal werk in Bunschoten aan de basis staat van integrale schuldhulp
  • ‘Aanklooien’ maar wel evidenced based
  • Samenstaande minderjarige vreemdelingen
  • ‘De Generalist’ als sleutelfiguur in het sociaal domein 
  • Sluitende aanpak voor mensen met multiproblematiek
  • Associate degree Sociaal Werk in de gehandicaptenzorg
  • Relationele zorg: Waarom de ouder-kindband ook na uithuisplaatsing aandacht vraagt
  • De kracht van gemeenschapszin in Elburg: Samen leven, samen doen 
  • De gastvrije praktijk (tweeluik deel 2)
  • Praatplaat Jij en ik:
  • Samen werken aan een sterk sociaal domein
Meer info
14,95
Stop het stapelen

Stop het stapelen

De tijdlijn schetst een beeld van een zwaar overbelast gezin dat probeert te overleven. Als regioadviseurs bij het Platform Sociaal Domein (PSD) komen we met regelmaat vergelijkbare verhalen tegen. Het PSD heeft samen met een aantal gemeenten en ervaringsdeskundigen een preventieplan ontwikkeld met de titel ‘Stop het Stapelen’. 1 Dit plan waarin het Stabiliteitsmodel centraal staat, is gericht op het voorkomen en doorbreken van multiproblematiek. In dit artikel leggen we uit hoe het Stabiliteitsmodel (zie afbeelding 1) en de Aanpak Voorkomen Escalatie (AVE, zie afbeelding 2) een praktisch denk- en handelingskader bieden dat afgestemd is op de realiteit van inwoners en professionals van gemeenten en lokale wijkteams.

Ik verzuip, help mij, neem over!
Geen enkele professional wil de situatie zoals in de beschreven casus. Toch ontbreekt vaak het vermogen om het hele plaatje te zien en regie te voeren. Ook wordt de impact van stress onderschat. De casus laat dat goed zien. Alle goede bedoelingen van de uiteindelijk ingezette hulp en ondersteuning ten spijt: het was fragmentarisch, niet altijd passend en de administratieve rompslomp putte de dochter die alles moest regelen volledig uit. Met als risico nog meer opeenstapeling van problemen. Of zoals Fleur het zelf zei:’ verwaarlozing, drugsgebruik, schulden en ernstige psychische problemen lagen op de loer.’ Niet voor niets heeft het stabiliteitsmodel daarom de titel ‘Stop het stapelen’ meegekregen. Drie aspecten vormen de basis van het model: Meedoen, Bestaanszekerheid en Continuïteit van zorg en ondersteuning. Door te focussen op het verminderen van stress en het vergroten van veiligheid op deze aspecten (de middelste driehoek) ontstaat meer stabiliteit. Het model is ontwikkeld in samenwerking met ervaringsdeskundigen, bestuurders, beleidsmakers en professionals op het gebied van zorg en veiligheid.

Meer info
3,90
Vooruit spelen: Waarom de sociale basis het hoofdveld is

Vooruit spelen: Waarom de sociale basis het hoofdveld is

In het sociaal domein wordt vaak gesproken over de toegang tot zorg, indicaties, verwijzingen en routes richting gespecialiseerde hulp. Maar wie goed kijkt, ziet dat het echte spel ergens anders wordt gespeeld. Niet op de tribune van beleidskamers of bij de poort van zorginstellingen. Het gebeurt op straat, in buurten, in huiskamers, verenigingen en scholen. Dáár, in de leefwereld van mensen, bevindt zich het hoofdveld. En de sociale basis is geen voorveld, maar de kern van waaruit maatschappelijke veerkracht ontstaat.

Aanvallen is de beste verdediging’, zei Johan Cruijff.1 En hij had gelijk — niet alleen op het voetbalveld, maar ook in het sociaal domein. Want wie inzet op preventie, sterke gemeenschappen en tijdige ondersteuning, voorkomt dat mensen in zwaardere problemen belanden.

Preventie is de aanvalslinie van het sociaal beleid: proactief, verbindend, oplossingsgericht. Daar wordt gescoord. Het middenveld: waar verbinding ontstaat Elke succesvolle aanval begint met een sterk middenveld. Om in voetbalmetaforen te spreken zijn dat de buurtsportcoaches, jongerenwerkers, opbouwwerkers, schuldhulpverleners en huisartsen. Professionals die dichtbij staan, signalen oppikken en schakelen met de juiste partners. Als middenvelders zijn zij de onmisbare schakel tussen de leefwereld en het formele systeem. Te vaak worden zij nog gezien als ’extra’ of als onderdeel van het voortraject — maar ze zijn het spel. Zoals Pep Guardiola2 het formuleert: ’You cannot win without controlling the midfield.’ Hij doelde op balbezit, maar in ons domein gaat het over regie op het dagelijks leven van mensen. Over vertrouwen, nabijheid en continuïteit.
Werken in het sociaal domein is als voetballen: je wint nooit in je eentje. Het vraagt om samenspel, overzicht en vertrouwen in elkaar. De verdediging — beleidsmakers en juridische kaders — bewaakt de basis en zorgt dat er geen gaten vallen. Het middenveld — de buurtprofessionals — houdt het spel in beweging en schakelt met alle lijnen. En de aanval — de mensen in het veld, de directe hulpverleners — maakt het verschil in het contact met inwoners. Een team dat elkaar weet te vinden, komt verder dan de som der delen. Zonder solide verdediging raakt het vertrouwen zoek. Zonder creatief middenveld stokt het spel. En zonder scherpe aanval wordt er niet gescoord. Alleen door samen te spelen — elkaars rol respecteren, elkaar in positie brengen en blijven communiceren — maken we impact.

Meer info
3,90
Woorden schieten te kort (tweeluik deel 1)

Woorden schieten te kort (tweeluik deel 1)

Als systeemtaal blijft bestaan uit strikte regels en protocollen terwijl de leefwereld zachte woorden nodig heeft om gehoord en gezien te worden, dan zal de kloof tussen beide werelden nooit worden gedicht. Gastvrijheid kan de taalbrug en toegevoegde waarde zijn, waardoor ambtenaren, sociaal professionals en inwoners elkaar weer kunnen verstaan.

In dit tweeluik wil ik de lezers deelgenoot maken van mijn inzichten vanuit de visieleertrajecten die ik voor Platform sociaal domein/VNG organiseerde. Van daaruit wil ik hen meenemen en verbinden met de start van mijn Professioneel doctoraatonderzoek dat ik de komende vijf jaar zal uitvoeren voor het Graduate Network van zeven Hogescholen, waaronder Zuyd Hogeschool, in het domein van Leisure, Tourism en Hospitality. Dit praktijkonderzoek gaat over hoe gastvrijheid van toegevoegde waarde kan zijn in het sociaal domein van gemeenten.

In deel 1 van het tweeluik ga ik in op de geleerde lessen door de ondersteuning aan gemeenten en hun toegangsorganisatie in het sociaal domein. Dat deed ik door, drie jaar lang, visieleertrajecten te organiseren, op bijna twintig locaties door het hele land, met ruim veertig betrokken gemeenten en overige collega- ambtenaren. Vanuit die ervaring groeide mijn inzicht in hoe groot de kloof kan zijn tussen beleid en praktijk en tussen systeemtaal en leefwereldwoorden. En tegelijkertijd ook hoe sterk beleving, beelden en spel verbindende en gastvrije schakels kunnen zijn in deze tweedeling. 

Deze rijke ervaring vormde een belangrijke aanleiding voor mijn PD onderzoek (professioneel doctoraat) over de toegevoegde waarde van gastvrijheid in de toegang van het sociaal domein van gemeenten. In deel 2 neem ik de lezer mee in de wereld van gastvrijheid, en vertel hoe een taalbrug van toegevoegde waarde kan zijn voor de toegang tot het sociaal domein.

Als met gastvrijheid empathie en aandacht wordt bedoeld en het betekent dat je luistert naar de ander zonder oordeel, dan kan het woord gastvrijheid mogelijk een brug slaan tussen werelden in het sociaal domein: die van beleid en praktijk, van systeemtaal en mensenwoorden, van macht en afhankelijkheid. Gastvrije woorden, houding en inrichting (van zowel ruimtes als processen) maken dat inwoners zich welkom, gehoord en geholpen voelen. Dat vraagt natuurlijk om een verdieping en een verandering.

Meer info
3,90
Zelfredzaamheid in ouderenzorg

Zelfredzaamheid in ouderenzorg

Van zorgen vóór naar zorgen dát
In het sociaal domein voltrekt zich een fundamentele verschuiving: van reageren op problemen naar het versterken van eigen regie en veerkracht. Deze beweging naar voren vraagt dat we preventie, eigen kracht en samenwerking met het netwerk van mensen centraal stellen. In de ouderenzorg krijgt die verandering vorm in het stimuleren van zelfredzaamheid, ook bij mensen met een toenemende zorgvraag. Maar hoe geef je dat in de praktijk vorm? En wat vraagt dat van professionals, organisaties en naasten? In deze bijdrage nemen we je mee naar De Paladijn, een kleinschalige woonvoorziening voor ouderen met dementie. Daar is zelfredzaamheid geen idealistisch streven, maar een dagelijkse praktijk – met vallen, opstaan en leren. We laten zien welke rol medewerkers, bewoners en mantelzorgers spelen, en hoe een kleine gedragsinterventie grote impact kan hebben op de manier waarop zorg wordt ervaren én verleend.

Een kleinschalige woonvoorziening
De Paladijn is onderdeel van Vitalis WoonZorg Groep en een van de vele locaties die in Eindhoven gevestigd zijn. Bij de Paladijn wonen momenteel 24 bewoners. Zij hebben allen een eigen appartement met een slaapkamer, een badkamer en een kleine keuken. In principe wonen zij zelfstandig, maar er zijn 24/7 medewerkers aanwezig om, waar nodig, zorg te bieden. Behoud van eigen regie en het stimuleren van zelfredzaamheid zijn twee belangrijke principes binnen het begrip active ageing en leidend in de zorg bij de Paladijn. Er wordt altijd als eerste gekeken naar wat de bewoner nog zelf kan en hoe de medewerkers hierbij kunnen ondersteunen. Medewerkers moedigen daarbij de bewoners aan om zo lang mogelijk de regie te behouden door zelf keuzes te maken. Zo kunnen bijvoorbeeld bewoners die in staat zijn zelfstandig te douchen, zelf kiezen wanneer ze dat doen. Er wordt daarbij wel regelmatig gecontroleerd of er voldoende aandacht is voor de persoonlijke hygiëne. Ook bij het aankleden ’s ochtends proberen bewoners zoveel mogelijk zelf te doen. Begeleiding door middel van instructies wordt enkel geboden wanneer dit nodig is. De zelfredzaamheid van de bewoners wordt hierdoo
 
Vrijheid boven beperking
In tegenstelling tot veel zorginstellingen voor ouderen met dementie is de Paladijn geen gesloten woonvoorziening. De bewoners kunnen en mogen zelfstandig naar buiten. Dit stimuleert eigen regie en beweging. Een deel van de bewoners gaat zelfstandig wandelen als ze daar behoefte aan hebben. Sommige bewoners gaan zelfs met de fiets of lopend naar de supermarkt om boodschappen te doen. De bewoners dragen op die momenten wel een tracker voor het geval ze verdwalen. Op deze manier houden de zorgmedewerkers enige vorm van controle.

Meer info
3,90