REDACTIONEEL

REDACTIONEEL

Productgroep Passage 2 - 2006
Annette Plooy | 2006
Gratis

Omschrijving

Waarom bindt de langdurige zorg niet meer? Deze vraag stelt Remmers van Veldhuizen, psychiater en directeur Zorgont-wikkeling van Noord-Holland Noord, zich in het openingsartikel van deze Passage. Waarom worden zoveel mensen die eigenlijk langdurig van zorg afhankelijk zijn niet bereikt door die zorg of waarom verliezen ze het contact? De gevolgen zijn bekend: dakloosheid of geraniums, gevangenis of tbs-kliniek. Gevolgen die des te klemmender zijn nu de tolerantie in de samenleving afneemt en een terugkeer naar repressie dreigt. Zij die nu nog in vrijheid leven - zij het in erbarmelijke omstandigheden - worden bedreigd door de roep om reïnstitutionalisering, zoals onlangs in het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang van de drie grote steden.
De zorg bindt niet meer. Van Veldhuizen koppelt dit onder meer aan het verlies van sociale verbanden, veranderde opvattingen over paternalisme versus autonomie en de afbraak van begrenzing, binnen en buiten de psychiatrie. Door 'psychologische deïnstitutionalisering' heeft ook het APZ zijn structurerende functie verloren. Voeg daarbij de door de auteur verafschuwde Wet BOPZ en de problemen zijn duidelijk. Maar het gebrek aan begrenzing en dwang vormen maar één kant van de medaille. Van Veldhuizen legt met nadruk ook de vinger op een andere gevoelige plek: het weinig aantrekkelijke karakter van de aangeboden zorg. De zorg weet evenmin op een positieve manier te binden. Hulpverleners worden vaak als bemoeizuchtig en betuttelend ervaren, om over de onaantrekkelijkheid van medicatie nog maar te zwijgen. Gegeven het aanbod is het geen wonder dat zo veel patiënten zich van de zorg afkeren. Wat te doen? In zijn artikel schetst de auteur een breed spectrum aan mogelijk bindende technieken, van de opbouw van relationele vaardigheden bij hulpverleners tot bemoei-zorg en uitbreiding van dwang - ook ambulant. De aantrekkelijkheid van de zorg kan onder meer worden verhoogd door cliënten naast (en misschien wel in ruil voor) de behandeling praktische voordelen aan te bieden, variërend van huisvesting tot opiaatvervangende middelen. Van Veldhuizen zoekt ook aansluiting bij de noties van de herstelbeweging: cliënten hechten zich in zijn visie eerder aan zorg als zij op zoek gaan naar nieuwe doelen en zelfverwerkelijking. Bij dit alles lijkt hij overigens wel vast te houden aan het primaat van medicamenteuze behandeling. Medicatie staat voorop; de kunst is om het beter te brengen! Veel van de door Van Veldhuizen geschetste technieken komen samen in de ACT-methodiek en de variant FACT. Hij ziet dit als een belangrijke organisatievorm voor de realisering van bindende zorg. Jos Dröes en Annet Aalbers plaatsen in hun artikel echter een kanttekening bij het functioneren van ACT. Op het gebied van rehabilitatie valt daar nog wel het een en ander te winnen. ACT had oorspronkelijk wel degelijk een hoog rehabilitatiegehalte, maar de resultaten op het gebied van verbetering van psychosociaal functioneren zijn teleurstellend