Leefklimaat voor meisjes in de gesloten jeugdzorg en justitiële jeugdinrichtingen

Leefklimaat voor meisjes in de gesloten jeugdzorg en justitiële jeugdinrichtingen

Productgroep Meisjes in zorg
3,95
Abonneeprijs: € 1,58

Omschrijving

In Nederland worden meisjes behandeld in de Jeugdzorgplus-instellingen (gesloten jeugdzorg) en in justitiële jeugdinrichtingen wanneer ze een gevaar voor zichzelf of an-deren zijn, een delict hebben gepleegd of een maatregel Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJ) opgelegd hebben gekregen.

Toen Ottho Gerhard Heldring in 1848 een gesticht oprichtte voor ‘gevallen vrou- wen’ had hij grote moeite met de ‘neurasthene vrouwen’ die hem, blijkens zijn nagelaten geschriften, vaak tot wanhoop dreven. De gevallen vrouwen lieten zich vaak letterlijk vallen. Tegenwoordig zouden we niet van neurasthenie spreken, maar wellicht van borderline of dissociatieve stoornissen. Nog steeds is dergelijk gedrag van meisjes en vrou- wen ontregelend voor henzelf en voor de hulpverleners op de leefgroepen die werken met meisjes. Pedagogisch medewerkers die leefgroepen met meisjes begeleiden, vertellen dat het werken met meisjes een hele andere dynamiek kent dan een groep met jongens. Een groepsleider van een meidengroep formuleerde dit verschil als volgt: ‘Bij meiden is er vaak sprake van een ondergrondse veenbrand van conflicten.’


Naast de verhalen over ingewikkelde emotionele veenbranden, wordt er geschreven over onderlinge solidariteit en steun aan elkaar, zoals in de televisieserie Orange Is the New Black, die is gebaseerd op het gelijknamige autobiografische verslag van Piper Kerman (2013) over het verblijf in een vrouwengevangenis in de Verenigde Staten. Daarin vertelt zij over de steun die ze ontvangt van de andere vrouwen in gevangenschap. In de documentaire Alexandra van de ervaringsdeskundige en regisseuse Sarah Harkink komt naar voren hoe de meisjes in de gesloten inrichting Alexandra elkaar troostten en bijstaan in de omgang met de repressieve elementen (isolaties) van het leven in de inrichting.

In de praktijk lijkt het besef dat er seksespecifieke groepsdynamische aspecten zijn dus wel bekend. Er is echter nog niet veel wetenschappelijk onderzoek naar hoe die groepsdynamiek er dan uitziet. Aan de Hogeschool Leiden wordt op dit moment onder- zoek gedaan naar deze vraag. Meisjes in de Jeugdzorgplus en justitiële jeugdinrichtingen (JJI) worden middels vragenlijsten en uitgebreide interviews onderzocht. In dit hoofd- stuk beschrijven we de eerste resultaten van dit onderzoek. Bovendien bespreken we een aantal conclusies voor de praktijk.