Aandacht voor functioneel herstel. Onderzoek naar de ervaringen met de ZEEF-methodiek binnen Active Recovery Triad

Aandacht voor functioneel herstel. Onderzoek naar de ervaringen met de ZEEF-methodiek binnen Active Recovery Triad

Productgroep Participatie en Herstel 2 - 2023
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Voor mensen met een ernstige psychische aandoening in langdurige zorg is sinds een aantal jaar Active Recovery Triad (ART) als zorgmodel beschikbaar om herstelondersteunende zorg te organiseren. Binnen ART wordt aandacht besteed aan vier domeinen van herstel: klinisch, maatschappelijk, persoonlijk en functioneel. Het ART-team locatie Westerpoort van GGZ inGeest merkte op dat dit laatste hersteldomein meer aandacht behoefde. Om te onderzoeken of de ZEEF-methodiek een geschikt hulpmiddel is voor ondersteuning op dit domein hebben we een pilotonderzoek uitgevoerd waarin vooral ervaringen van cliënten en medewerkers centraal stonden. In deze bijdrage beschrijven we de uitkomsten van dit onderzoek.

Herstel en ART
Herstel is een breed begrip dat (inter)nationaal steeds meer aandacht krijgt in de zorg voor mensen met een ernstige psychische aandoening. Het begrip verwijst naar het persoonlijke proces van cliënten om ondanks de (beperkingen van de) psychische aandoening een zinvol leven te leiden. Herstel is te verdelen in een aantal samenhangende domeinen (zie fi guur 1). Vaak worden onderscheiden klinisch herstel (het afnemen van symptomen), persoonlijk herstel (terugvinden van identiteit en betekenis), maatschappelijk herstel (het (weer) aannemen van maatschappelijke rollen), en (iets minder bekend) functioneel herstel. Dit laatste domein betreft het herstellen, ontwikkelen of compenseren van cognitieve functies waarmee men greep krijgt op zichzelf (zelfregulatie: Van der Stel, 2013; Van Mierlo et al., 2016). Deze cognitieve functies (meer specifi ek executieve functies) zijn essentieel voor functioneren op alle levensdomeinen (Cramm et al., 2013; Snyder et al., 2015). Veel mensen met psychische aandoeningen ervaren beperkingen hierin, met negatieve gevolgen op hun functioneren (Barkley, 2012; Diamond, 2013). Door te werken aan herstel van executieve functies krijgt men meer grip op vaardigheden, met naar verwachting een positieve invloed op het dagelijks functioneren.